We gaan weer 60 tot 65 jaar terug naar de omgeving van Amersfoort, waar de plaatselijke K.N.N.V. regelmatig excursies organiseerde, zoals dat ook bij onze VWG het geval is. Dit keer ging het in het vroege voorjaar naar de Vlasakkers, een heidegebied liggend tussen de spoorlijn Amersfoort – Utrecht en de oude Rijksweg Amersfoort - Utrecht. De A28 was er nog niet. Het gebied is niet erg groot, hetgeen enerzijds komt door die spoorlijn en anderzijds door die Rijksweg, die bovenop de Utrechtse Heuvelrug ligt, die door de laatste IJstijd gevormd is. We dwalen een beetje af, niet over de heide, maar van het onderwerp. Maar het is goed te weten waarover we het hebben.
De Vlasakkers was een van die terreinen, waar we regelmatig kwamen en niet zonder reden: daar waren toen nog Korhoenders aanwezig. Op dat toen nog rustige stuk heide vertoefde een groep van zo’n tien tot vijftien van die prachtige vogels, die je daar regelmatig kon waarnemen, als je tenminste dermate vroeg je bed wilde uitkomen, want je moest daar ver vóór zonsopkomst ter plekke zijn, anders waren de vogels gevlogen, letterlijk en figuurlijk. Die bewuste dag had dat jongmens (ik dus) zich verslapen. Schande. Gauw wat water over m’n hoofd, een paar boterhammen mee en snel een kwartiertje op de fiets (inderdaad, zo dichtbij was het) naar de tweede onbewaakte spoorwegovergang, want dat was het beginpunt en algemeen bekend onder ons. Voordat ik in de duisternis naar het afgesproken punt sloop, moest er een sanitaire stop ingelast worden. Toen ik daarmee bezig was, kwam er een wezel aanlopen, ging op z’n achterpoten staan om te kijken wat dat voor een vreemd wezen was. Na inspectie ging het diertje rustig verder op zoek naar prooi. Daarna gauw verder naar een kuil midden op het stuk heide. Waarschijnlijk was het een bomkrater uit WO II, want er is daar toen veel gebombardeerd, vooral bij en op de spoorlijn en militaire objecten en niet te vergeten de vliegbasis Soesterberg, die op een paar kilometer afstand lag. Onder de aanwezige natuurliefhebbers waren ook oudere dames die al enige tijd van Drees trokken, oftewel AOW-genoten, dus 65-plussers waren en zich, in tegenstelling tot mij, niet verslapen hadden.
Het was nog donker, zien deed je nog niets, maar horen des te meer. Een vroege wulp vloog luid jodelend van zijn stekkie naar elders. Wat een magnifiek geluid in de schemering. Dat maakt zo’n morgen al bijna goed. Maar het klapstuk moest natuurlijk nog komen. Daar zaten we dan met onze koppen net boven het maaiveld. Eerst alleen maar luisteren en de kou van het vroege voorjaar maar vergeten. Dat luisteren werd beloond: de hanen waren al vocaal bezig met het baltsceremonieel. Door de stilte kon je het goed horen: poerrrrrrrrrrrr en een bijna niet te omschrijven sissend geluid, dat zich het beste laat definiëren als tsjoe-sjwie of iets wat daar dicht in de buurt komt. Ik kan het beter vocaal nadoen dan omschrijven hoe het in werkelijkheid klinkt. Aangezien we in die kuil zaten, was dat allemaal van zeer dichtbij, niet verder dan tien meter, te observeren. Langzamerhand deed de zon wat-ie moest doen: licht in de duisternis scheppen. Wat toen te zien was, vergeet je je hele leven niet meer: druk baltsende hanen, de staart met de witte veren uitgespreid om indruk te maken bij de hennen en vooral ook om de andere hanen dermate te imponeren, dat die het, nee, niet het hazenpad, maar het korhanenpad kozen. Dat laatste gebeurde uiteraard niet, want die hanen bleven hun ceremonie afwerken om maar bij de hennen in de gunst te komen. Dat schouwspel ging nog een poosje door totdat de hanen het genoeg vonden en al of niet vergezeld van de hennen naar hun eigen territorium gingen.
Het is jammer dat die prachtige vogels daar niet meer zijn. Oorzaak: het oefenterrein van de tanks van de huzaren van de nabijgelegen kazerne. De korhoenders zijn toen naar de overkant van de Rijksweg Amersfoort – Utrecht gevlucht en zijn op de Leusderheide nog een korte tijd gesignaleerd tot daar ook de tanks de rust en ruimte verpestten. Opvallend is dat de nachtzwaluwen en houtsnippen, samen met vos en ree op de Leusderheide en omliggende bossen van Den Treek – Henschoten nu hun territoria hebben. En dat komt omdat de tanks daar niet meer actief zijn en dat de rust daar is weergekeerd.
Het is de vraag of het zin heeft om een poging te wagen om de korhoenders op de Vlasakkers en Leusderheide opnieuw uit te zetten. Deskundigen hebben zo hun twijfels en gezien de negatieve resultaten in het oosten van ons land is men daar pessimistisch over. Mede door het veranderde klimaat met als gevolg een te klein aanbod van voedsel moeten we het maar doen met een enkele korhoen, die misschien nog in het oosten huist.